Ik, verbalisant Sjon Hamers, brigadier van politie, team Warmoesstraat, verklaar het volgende:
Op vrijdag 1 oktober 2021 om 14.00 verscheen voor mij kameraad Baumgart, hierna te noemen ‘B.’. Mijn aandacht werd op B. gevestigd door een anonieme kameraad, die B. observeerde op de groente- en fruitafdeling van het filiaal van Albert Heijn aan de Nes te Amsterdam. Deze kameraad verklaarde dat B. zonder mondmasker in het filiaal aanwezig was, en dat hij had gezien dat B. onbeschermd een kist appelen bestudeerde, er één opnam, klaarblijkelijk op rijpheid onderzocht, en deze vervolgens teruglegde. Opmerkzaam gemaakt door dit gedrag volgde de informant B. door het filiaal en constateerde dat B. enkele personen op minder dan 1,5 meter afstand passeerde. Dit alles ZONDER mond- en neusbedekking.
Dit verklaarde de informant op vrijdag 10.20 ten percele Warmoesstraat, hetgeen voor het wijkteam voldoende aanleiding vormde tot nader verhoor van B.
Toen B. voor mij verscheen droeg hij wel een mondmasker. Dit zat echter zeer los, waardoor duidelijke kieren zichtbaar waren tussen de stof en de wangpartij. Ik verzocht hem voor mijn eigen veiligheid het masker te dragen zoals vereist. Naar de reden gevraagd gaf B. te kennen over een grote neus te beschikken, zodat het masker door zijn vriendin speciaal ontworpen is.
Geconfronteerd met de waarneming van de informant verklaarde B. inderdaad zonder mondmasker het filiaal te hebben bezocht. Hij verwees hierbij naar de status van ‘dringend advies’ van onze overheid ten aanzien van mondmaskers. Toen ik B. er opmerkzaam op maakte dat dit advies voortkomt uit de algemeen geaccepteerde noodzaak tot solidariteit, verklaarde B. dat hij zelf in goede gezondheid verkeerde. Hij verwees naar de, in zijn woorden, ‘onduidelijke en elkaar tegensprekende’ gegevens rond de effectiviteit van mondmaskers. Ook verklaarde hij dat zijn goede gezondheid hem niet besmettelijk maakte. Ik vroeg hem hoe hij dat zo zeker wist, en adviseerde hem zich regelmatig te laten testen, en de testuitslag, zoals inmiddels ook dringend wordt geadviseerd, zichtbaar op zijn revers te dragen.
Daarop vroeg ik B. naar zijn vertrouwen in ons Gezondheidssysteem. B. antwoordde opnieuw dat hij momenteel zich in goede gezondheid bevindt, en het dus zonder ons Gezondheidssysteem kan stellen. Ik confronteerde B. met de onomstotelijke waarheid dat hij ooit ons Gezondheidssysteem zal moeten benutten. B. leek dit vormelijk toe te geven. Echter zonder blijk van overtuiging of dankbaarheid.
Gezien het gebrek aan formele gronden tot repercussies, heb ik B. in vrijheid gesteld. Het feit in aanmerking genomen dat B. zich een identiteit aanmeet als ‘kunstzinnig schrijver’ (ik doel op de ouderwetse opvatting over wat vroeger ‘literatuur’ werd genoemd), is waakzaamheid gewenst omtrent de uitingen van B. in zijn romans en blogs. Het vermoeden is zeker gewettigd dat B. een defaitist is. Zijn romans en andere uitingen dienen op defaitisme, cynisme en eigenwijsheid omtrent virusbestrijding te worden geanalyseerd.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal dat na voorlezing door kameraad B. en mij is ondertekend.
Geverbaliseerde: Vincent Baumgart
Verbalisant: Sjon Hamers