‘Ik denk dat ik zo eens even langs de bollotheek ga,’ zei Henk. ‘Kan ik nog iets voor jullie meenemen?’
Het was een tijdje stil geweest aan tafel. De andijviestamppot smaakte hem niet en hij kon aan Jet, zijn vijftienjarige dochter, zien dat ze alleen gegeten had om haar moeder te plezieren.
‘Doe mij er maar vijf,’ zei Ingrid, met enig geforceerd enthousiasme omdat eindelijk de stilte toegedekt werd, die ook zij aan haar andijviestamppot toeschreef.
‘En jij Jet? Nog wensen?’
‘Neuhh,’ kreunde het meisje, lusteloos met een vork in haar prak roerend. Het was Henk opgevallen dat ze ook al met zo’n fry begon te spreken als haar leeftijdsgenootjes. Waar haalden ze dat gekreun toch vandaan? Alsof ze in een videoadvertentie voor seksnummers figureerden.
‘Prima, dan ga ik nu, anders is de bollotheek al dicht,’ zei Henk beslist, en hij stond op.
In de auto besefte hij dat hij vergeten was de leentermijn te bekijken van het reeds geleende. Maar zoveel kon dat niet zijn, en hij herinnerde zich dat het maximum nog steeds tien was.
In de bollotheek groette hij verrast de bollothecaresse terug, die met rode mond hem onverwacht vriendelijk toe glimlachte. Ze droeg een zwarte coltrui. Hij fantaseerde er een strakke jeans onder. Wat zou hij aantreffen als hij die jeans eens afstroopte? Ze droeg misschien wel een bh-tje van leenwoorden, en stel je eens voor dat ook een string van leenwoorden onder die jeans tevoorschijn zou springen.
In de bakken viel het zoeken tegen. Daar hadden we weer ‘überhaupt’. Teveel geleend, smoezelig en de rafels hingen er bij. Hij besloot het systematischer aan te pakken en keek bij de ‘A’. ‘aquarium’. ‘Uit het Latijn’, stond bij de beschrijving. Dat was niks voor Ingrid, en ze hadden er geen, dus hoe zou ze het woord kunnen gebruiken? Deze dan maar: ‘beamer’. Die was voor hem, kon hij lekker modern doen op zijn werk. En hier: ‘blamage’, die was leuk voor Ingrid. Kon ze het avondeten van zojuist eens voor zichzelf typeren.
Na een half uurtje zoeken had Henk tien leenwoorden uitgezocht. Zelfs voor Jet had hij eentje die haar wellicht van pas zou komen in de conversatie met haar vriendinnen: ‘daten’, dat was inmiddels een leenwoord geworden onder de jongere generatie.
De rood gestifte bollothecaresse nam de kaartjes gretig van hem over. ‘U heeft toch laatst nog ‘scoren’ hier geleend?’
‘O, dat is waar,’ herinnerde Henk zich. ‘Die heb ik gebruikt bij mijn functioneringsgesprek.’
‘En?’ lachte ze.
‘Een schot voor open doel.’ Hij lachte geheimzinnig en legde een elleboog op de balie. ‘Opslag en bevordering tot commies tweede klasse. Ik moet dat woord goed in de gaten houden. Je mag toch verlengen?’
‘Maar niet onbeperkt hoor.’ Ze zwaaide een stengelig wijsvingertje met rode nagel waaraan een ringetje klemde.
Ik wil haar scoren, dacht Henk, maar hij zou dat voorlopig niet kunnen uitspreken, want hij had ‘scoren’ alweer ingeleverd.
De bollothecaresse stempelde de woorden af. ‘Oei, deze is bijna doorgescheurd.’ Met haar slanke vingers trok ze een stukje plakband van de rol en plakte het sierlijk op het kaartje. ‘Zo, die gaat nu weer een tijdje mee.’
‘Dankje wel hoor,’ zei Henk, en hij legde broeierige warmte in zijn stem. ‘Tot de volgende keer en bedankt voor je support.’
‘Uh, Uh,’ reageerde ze gemaakt streng. Het slanke vingertje zwaaide weer. ‘Dat is tegenwoordig ook een leenwoord, dus niet meer beschikbaar voor vrij gebruik. Je zal dat laatste woord dat je uitsprak moeten lenen, maar je zit al op het maximum. Omruilen dan maar?’
‘Ach nee,’ lachte Henk. Ik ben van plan hier veel vaker te komen.
‘Ik zie uit naar een volgend rendez-vous,’ zei ze half fluisterend. ‘En dat woord wordt nooit meer gebruikt dus is het voor onze bollotheek geen leenwoord meer.’